Geknot...

24-03-2017

Geknot...

Recht tegen de wind in loop ik over de dijk langs de IJssel. De dag ervoor hebben we afscheid genomen van mijn bonusmoeder, na een periode waarin de slopende ziekte ALS haar lichaam verwoestte. Wat een vreselijke ziekte… Steeds weer afscheid nemen van lichaamsfuncties in een tempo dat we nauwelijks aankunnen.  Verlies op verlies… Hoe bijzonder dat zij levensvreugde had tot op het laatst en kon blijven genieten van de kleine dingen om haar heen. Ze had haar ziekte geaccepteerd en wilde er geen slachtoffer van worden. Ze koos voor aanvaarding en om los te laten wat niet meer kon. Ik heb zo’n respect voor haar… en voor mijn vader in dit proces.

 Ze vond kracht in haar geloof en hield zich vast aan de woorden van Psalm 16: “Steeds houd ik de Heer voor ogen, met Hem aan mijn zijde wankel ik niet”.

Het IJssellandschap biedt troost. Het weidse, het water, het ruisen van riet, het gekwetter van vogels… De knotwilgen staan daar op rij, kaal, ontdaan van hun tooi. Ontluisterd en toch zo krachtig. De eerste tekenen van het voorjaar zijn al weer voelbaar. De ooievaar vliegt langs, op weg naar zijn nest. Takjes lopen uit en laten flinterdun hun eerste beetje groen zien. Een frisse waas tussen de donkere takken.

Ik vertel mijn vader van mijn wandeling over de dijk en de dag erop lopen we er samen. De knotwilgen raken ook hem. Geknot…. Deze dag is er nauwelijks wind, de zon breekt door. Verdriet, rouw nog zo rauw, dankbaarheid, mooie en moeilijke herinneringen delen, napraten over het waardige afscheid, de mooie woorden, de warmte van al die lieve mensen en de bloemenzee. Een lied van hoop, gezongen bij het graf, zingt door mijn hoofd.

Vertrouwen om de dag van morgen te mogen omarmen, dwars door de pijn van het verdriet heen.